Vanochtend om 6 uur ging de wekker. Buiten was het nog donker (alhoewel de volle maan nog redelijk wat licht gaf). Snel douchen, eten, vuil water dumpen en schoon water tanken en dan door naar Death Valley!
De reisplanner geeft aan dat het 6,5 uur rijden is (480 kilometer), maar we hebben wel een voordeel, we gaan namelijk door een tijdzonegrens heen en winnen daar dus weer een uur. De expeditie naar de woestijn is begonnen dus!
Onderweg zullen we eerst nog Las Vegas zien, daar zullen we morgen ook weer terugkomen voor het einde van de reis. Kunnen we vast wennen aan al het neon en de drukte.
Aangezien we niet geholpen worden door de camperverhuurder wanneer er iets mis is met de camper en we staan middenin Death Valley, verwachten we heel wat. Zodra we dus aan de rand komen waar Death Valley begint, verwachten we hele slechte en steile wegen. Niets is minder waar, alhoewel je wel meer dan 1 kilometer afdaalt tot onder zee-niveau, zijn de wegen perfect onderhouden. Voor de zekerheid hebben we niet de airco aangezet , anders heeft de camper het te zwaar en redt deze het toch niet.
Onderaan aangekomen blijkt een boel waar te zijn over Death Valley. Het is erg heet, droog, dor, zout, maar….. er is ook een oase! Deze oase ligt onder zee-niveau, bijna net zo diep als Badwater en de naam is Furnace Creek. Hier vinden wij ook onze camping en na wat eten en drinken om op kracht te komen, gaan we de bodem van Death Valley bekijken.
Eerst richting Badwater, dit is het laagste punt van het westelijk halfrond. Hier ligt nog een plasje water en de rest is alleen maar zoutvlakte. We zijn hier gekomen na een kort bezoek aan “Devils Golfcourse”, dit bleek toch niet zo’n goeie route te zijn voor een camper, hier kan je beter met een terreinwagen in gaan. Maar goed, we zijn eruit gekomen ;-).
Na Badwater even op adem gekomen in de oase van Furnace Creek en daarna weer door naar de andere kant richting Stovepipe Wells. Onderweg stoppen we nog bij de “Sand Dunes”, dit is waarschijnlijk de mooiste plek in Death Valley. Allemaal hoge zandduinen waar je lekker tussendoor mag wandelen (zorg wel dat je genoeg water bij je hebt!). Voor onze buurman (Eddy) hebben we hier nog wat zand ingeslagen, nu nog zien of het door de douane komt.
Na al dit moois terug naar de camping en wachten op verkoeling na zonsondergang (het was 40 graden op het heetst van de dag hier). De verkoeling komt niet echt snel (staat Death Valley ook wel bekend om), dus gaan we nog maar even naar de oase. Na hier wat rondgelopen te hebben komen we op de terugweg lokale wilde dieren tegen bij de perfect aangelegde golfbaan. Ingrid ziet verderop wat lopen, ze dacht een groot konijn, maar…. als ze haar zaklamp erop schijnt, blijkt het een coyote te zijn. Oeps…. na even wachten, zien we verderop nog een coyote aankomen en beiden gaan ze niet uit de weg voor ons.
Dan toch maar het zekere voor het onzekere gekozen en via een andere weg terug naar de camping.
Terug aangekomen op de camping, zitten we nog een lange tijd buiten om wat af te koelen. Vannacht laten we alles maar open staan om nog een beetje te kunnen slapen.